Een vakantie met een gehandicapt kind is moeilijker te organiseren dan in een doorsnee situatie. Toch kiezen veel gezinnen voor een gewoon vakantieadres zoals een vakantiehuis of camping. Dit was een opvallend gegeven uit een onderzoek naar ouders met een gehandicapt kind.

Gewone vakantie

Mensen kiezen vaak een gewone vakantie omdat ze wel eens uit het wereldje van de zorg willen zijn. Een vakantie in een gewoon vakantiepark kan een welkome break zijn. Gezinnen die ook kinderen hebben zonder beperking zijn eerder geneigd om voor een gewone vakantie te gaan. Wel zijn de vakanties korter en dichterbij huis. Favoriete plekken zijn vakantiehuizen of een verblijf op de camping. Hulpmiddelen als een rolstoel of mobiele tillift zijn relatief eenvoudig mee te nemen. Een hotel met een kamer voor mindervaliden kan een uitkomst zijn als de zorgvraag niet te groot is.

Speciale vakantie

Mensen die eenmaal een speciale vakantie gemaakt hebben kiezen naderhand vaak weer voor zo’n vakantie. De voornaamste reden om voor een speciale vakantie te kiezen is het ontzorgen. Vrijwilligers en verpleging nemen de zorg van het kind over en als ouder komt men even tot rust. Vooral voor kinderen met een meervoudig handicap die veel zorg nodig hebben zijn de speciale vakanties een uitkomst.

Rugzakje

De leerlinggebonden financiering (ook wel ‘rugzakje’ genoemd) wordt sinds 2014 niet meer uitgekeerd aan de ouders. Het geld gaat nu naar de school die samen met de ouders en het speciaal onderwijs een behandelplan maken hoe ze het best uw kind kunnen helpen. Hulp op vakantie mag wel betaald worden met geld uit het Persoonsgebonden Budget (PGB)) . Er zijn wel wat voorwaarden hoe dit geld ingezet mag worden. Zo is er een maximum limiet per dag en mag men niet buiten Europa logeren als men een beroep doet op het PGB.

De Wet langdurige zorg regelt de dagelijkse verzorging en begeleiding. Om een beroep te kunnen doen op deze wet heeft men een indicatie nodig van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ).